gramaro.io

Past Continuous

Wat is de Past Continuous

De past continuous is een grammaticale tijd in het Engels die wordt gebruikt om een handeling te beschrijven die op een specifiek moment in het verleden aan de gang was. Deze tijd heeft vaak te maken met het scheppen van een achtergrond voor een ander evenement of handeling in het verleden.

Vorm: de past continuous wordt gevormd met de verleden tijd van het werkwoord "to be" (was/were) + het hoofdwerkwoord met de -ing vorm (gerundium).

Persoon To be Werkwoord + -ing
I was working
We/You/They were working
He/She/It was working

Betekenis en gebruik:

  • Aanhoudende handelingen in het verleden: Gebruik de past continuous om een handeling te beschrijven die op een specifiek moment in het verleden bezig was.
    • They were watching TV at 7 PM.
      Ze waren tv aan het kijken om 19:00 uur.
  • Onderbroken acties: Gebruik de past continuous in combinatie met de past simple om aan te geven dat een handeling werd onderbroken door een andere.
    • I was taking a shower when the phone rang.
      Ik was aan het douchen toen de telefoon ging.
  • Parallelle acties: Gebruik om twee of meer gelijktijdige handelingen in het verleden te beschrijven.
    • While I was cooking, she was reading a book.
      Terwijl ik aan het koken was, was zij een boek aan het lezen.
  • Beschrijvende achtergrond in verhalen: Gebruik de past continuous om achtergrondinformatie in een verhaal te geven.
    • The sun was setting and the birds were singing.
      De zon was aan het ondergaan en de vogels waren aan het zingen.

Hoe vorm je de Past Continuous

De Past Continuous wordt gebruikt om aan te geven dat een actie in het verleden op een specifiek moment aan de gang was. De vorming van deze tijd wordt gedaan door het vervoegen van het werkwoord to be in de verleden tijd, gevolgd door het hoofdwerkwoord met de toevoeging van -ing.

Hier is hoe je de Past Continuous vormt:

  • Gebruik was bij de eerste en derde persoon enkelvoud (I, he, she, it).

  • Gebruik were bij de tweede persoon en meervoud (you, we, they).

  • Volg met het hoofdwerkwoord plus -ing.

Bekijk de volgende voorbeelden:

Engels Nederlands
I was walking Ik was aan het wandelen
You were eating Jij was aan het eten
He was reading Hij was aan het lezen
We were playing Wij waren aan het spelen
They were studying Zij waren aan het studeren

Hiermee kun je duidelijk zien hoe de Past Continuous gevormd wordt en gebruikt kan worden om een actie in de verleden tijd te beschrijven.

Waarom gebruik je de Past Continuous

De Past Continuous is een tijd in de Engelse grammatica die wordt gebruikt om specifieke contexten en tijdsduur in het verleden aan te geven. Het biedt extra informatie over het verloop van een actie in het verleden, vaak in combinatie met een andere gebeurtenis of tijdsaanduiding.

Redenen en doelen om de Past Continuous te gebruiken:

  • Actie in het verleden die gaande was: De Past Continuous benadrukt dat een bepaalde actie in het verleden bezig was. "They were playing soccer." - "Zij waren voetbal aan het spelen."

  • Tegelijkertijd plaatsvinden van gebeurtenissen: We gebruiken deze tijd om te laten zien dat er meerdere acties tegelijkertijd plaatsvonden. "While she was reading, he was cooking." - "Terwijl zij aan het lezen was, was hij aan het koken."

  • Onderbreking in een langere actie: Het benadrukt dat een actie die al aan de gang was in het verleden werd onderbroken door een andere actie. "They were having dinner when the phone rang." - "Zij waren aan het dineren toen de telefoon ging."

  • Toon van irritatie of herhaling: Om irritatie of frustratie te tonen over herhaalde acties in het verleden. "He was always leaving the door open." - "Hij liet altijd de deur open."

Specifieke betekenis en nadruk:

De Past Continuous voegt vaak een gevoel van achtergrondinformatie toe, waardoor de luisteraar of lezer een gedetailleerder beeld krijgt van de situatie. Het kan ook de sfeer en setting van het verhaal verrijken of een persoonlijk commentaar opleveren, vooral als het gaat om irritaties of onverwachte gebeurtenissen.

Welke signalen wijzen op de Past Continuous

De Past Continuous wordt vaak gebruikt om een actie te beschrijven die op een specifiek moment in het verleden aan de gang was. Er zijn bepaalde signalen die kunnen helpen de Past Continuous te herkennen.

  • Tijdsaanduidingen: Uitdrukkingen zoals "at that moment," "while," en "when" komen vaak voor in zinnen met de Past Continuous.

Voorbeelden:

  • She was reading a book when I called her.
    Zij was een boek aan het lezen toen ik haar belde.
  • They were playing football while it was raining.
    Zij waren aan het voetballen terwijl het regende.
  • At that moment, he was walking his dog.
    Op dat moment was hij aan het wandelen met zijn hond.
  • Contextuele aanwijzingen: De Past Continuous wordt vaak gebruikt in combinatie met de Past Simple om aan te geven dat een langere activiteit (Past Continuous) werd onderbroken door een kortere actie (Past Simple).

Voorbeelden:

  • We were watching TV when the phone rang.
    Wij waren TV aan het kijken toen de telefoon ging.
  • She was cooking dinner when her friend arrived.
    Zij was aan het koken toen haar vriend aankwam.
  • Linguïstische signalen: Zinsdelen die een achtergrond beschrijving of setting geven, gebruiken vaak de Past Continuous.

Voorbeelden:

  • The sun was shining, and the birds were singing.
    De zon scheen en de vogels zongen.
  • Bystanders were watching as the parade passed by.
    Toeschouwers keken toe terwijl de optocht voorbijging.

Hoe herken je fouten in de Past Continuous

Bij het leren van de past continuous, stuiten veel studenten op een aantal veelvoorkomende fouten. Het is belangrijk om deze fouten te herkennen en te begrijpen hoe ze kunnen worden vermeden.

Hier zijn enkele veelvoorkomende fouten en misverstanden:

  • Verkeerd tijdstipgebruik: "I was eat breakfast when he called." (Ik was ontbijt eten toen hij belde.)
    In deze zin moet 'eat' in de verleden tijd zijn, namelijk 'eating'. De correcte zin is: "I was eating breakfast when he called."
  • Verkeerd gebruik van de tijd: "She was play tennis yesterday afternoon." (Zij was tennis spelen gistermiddag.)
    Hier moet 'play' in de past continuous vorm zijn. De juiste zin is: "She was playing tennis yesterday afternoon."
  • Verwarring tussen past simple en past continuous: "While I cooked, he was watching TV." (Terwijl ik kookte, was hij tv aan het kijken.)
    Hier moeten de handelingen niet gelijktijdig worden gebruikt. Het moet zijn: "While I was cooking, he was watching TV."
  • Het weglaten van de hulpwerkwoorden: "They going to the market at 5 pm." (Zij gingen om 5 uur 's middags naar de markt.)
    De hulpwerkwoorden 'were' zijn nodig voor de correcte vorm. De juiste zin is: "They were going to the market at 5 pm."

Om deze fouten te herkennen en te vermijden:

  • Zorg ervoor dat je altijd een vorm van "to be" (was/were) gebruikt in combinatie met de hoofdwerkwoorden in de -ing vorm.
  • Controleer de zinsstructuur om te zorgen dat de tijd overeenkomt met de situatie die je beschrijft.
  • Oefen met het maken van zinnen en let specifiek op de tijdsverwijzingen zoals "while" en "when" die vaak de past continuous vereisen.
CorrectIncorrect
"I was reading a book when he arrived.""I read a book when he arrived."
"They were laughing during the movie.""They laughed during the movie."

Door regelmatig te oefenen en fouten actief te herkennen, zal het gebruik van de past continuous natuurlijker worden.

Test je kennis

Vorm de zin door de juiste woorden in de juiste volgorde te kiezen.

Ik was hem niet aan het bedreigen. - Vertaal deze zin naar het Engels.

Voorbeelden van gebruik Past Continuous

  • I wasn't threatening him. - Ik was hem niet aan het bedreigen.
  • Why were you calling? - Waarom was je aan het bellen?
  • He was wearing hospital pyjamas. - Hij was ziekenhuispyjama's aan het dragen.
  • You weren't using it. - Je was het niet aan het gebruiken.
  • He was sitting on the sand. - Hij zat op het zand.
  • I was reaching for the button. - Ik was naar de knop aan het reiken.
  • He wasn't ignoring you. - Hij was je niet aan het negeren.
  • She was sitting in the armchair. - Zij zat in de fauteuil.
  • He was smoking at the time. - Hij was op dat moment aan het roken.
  • I was looking for a van. - Ik was op zoek naar een bestelwagen.
  • What was she doing there? - Wat was zij daar aan het doen?
  • She wasn't eating anymore. - Zij was niet meer aan het eten.
  • What was he doing there? - Wat was hij daar aan het doen?
  • What were they celebrating? - Wat waren zij aan het vieren?
  • I was sitting on a stool. - Ik zat op een krukje.
  • Who were you calling then? - Wie was je toen aan het bellen?
  • What was she doing in your room? - Wat was ze aan het doen in jouw kamer?
  • Seth wasn't moving. - Seth was niet aan het bewegen.
  • I wasn't watching him. - Ik was hem niet aan het kijken.
  • He wasn't protecting us. - Hij was ons niet aan het beschermen.