gramaro.io

Ordinal numbers

Wat zijn rangtelwoorden

Rangtelwoorden zijn woorden die een volgorde aangeven. Ze worden gebruikt om te beschrijven wat de positie of de plaats van iets in een reeks is. In het Engels worden deze gevormd door toevoegingen aan de hoofdtelwoorden.

Gebruik van rangtelwoorden: Rangtelwoorden worden vaak gebruikt om data, posities in een wedstrijd, en volgordes in een rij of lijst aan te duiden. Zij helpen om duidelijk de positie van een object of persoon aan te geven.

  • First - Eerst
  • Second - Tweede
  • Third - Derde
  • Fourth - Vierde

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de basis rangtelwoorden en hun toepassingen:

Rangtelwoord Nederlands Voorbeeld
First Eerste She finished first in the race - Zij eindigde als eerste in de race.
Second Tweede It's her second birthday - Het is haar tweede verjaardag.
Third Derde This is the third time - Dit is de derde keer.

Rangtelwoorden zijn essentieel in de grammatica omdat ze informatie geven over de rangschikking en opeenvolging.

Hoe worden rangtelwoorden gevormd

Rangtelwoorden in het Engels worden gebruikt om de volgorde aan te duiden. Hier zijn de stappen om rangtelwoorden te vormen:

  • Voeg -th toe aan de meeste hoofdtelwoorden.
    Example: fourth (vierde)
  • Voor getallen die eindigen op y, verander de y in een -ieth.
    Example: twentieth (twintigste)
  • Speciale vormen voor de cijfers 1, 2 en 3. Gebruik first (eerste), second (tweede), third (derde).
    Example: first (eerste)
  • Bij samengestelde getallen gebruik je de vorm voor het laatste deel van het getal.
    Example: twenty-first (eenentwintigste)
Nummer Hoofdtelwoord Rangtelwoord
1 one first
2 two second
3 three third
4 four fourth
20 twenty twentieth
21 twenty-one twenty-first

In welke situaties gebruik je rangtelwoorden

Rangtelwoorden worden gebruikt in verschillende situaties. Hier is een overzicht van contexten waarin rangtelwoorden vaak voorkomen:

  • Datumaanduiding: Rangtelwoorden worden vaak gebruikt om data aan te geven. Bijvoorbeeld: January 1st - 1 januari.
  • Volgorde aangeven: Wanneer je een volgorde wilt beschrijven, zoals in wedstrijden of lijsten. Bijvoorbeeld: She finished in first place - Zij eindigde op de eerste plaats.
  • Boekdelen of hoofdstukken: Om specifieke delen van boeken of documenten te identificeren. Bijvoorbeeld: the fifth chapter - het vijfde hoofdstuk.
  • Gebouwen en verdiepingen: Rangtelwoorden worden ook gebruikt om verdiepingen in gebouwen aan te duiden. Bijvoorbeeld: the third floor - de derde verdieping.
  • Series en evenementen: Om verschillende evenementen in een serie aan te geven. Bijvoorbeeld: the second event in the series - het tweede evenement in de serie.

Bij het gebruik van rangtelwoorden zijn er specifieke regels te volgen:

Regel Voorbeeld
Voor data gebruik je altijd het getal met een rangtelwoord. Dit gebeurt echter niet bij elke maand in het Nederlands. December 25th - 25 december
Bij opsommingen wordt meestal ‘st’ voor eerste, ‘nd’ voor tweede enz. gebruikt in het Engels, maar deze worden over het algemeen niet vertaald in het Nederlands. 1st, 2nd, 3rd - 1, 2, 3
Gebruik rangtelwoorden voor onderscheid als er meerdere opties of delen zijn. the first option - de eerste optie

Welke grammaticale regels gelden voor rangtelwoorden

Bij het gebruik van rangtelwoorden in de Engelse taal zijn er specifieke grammaticale regels die je moet volgen:

  1. Vorming van rangtelwoorden: De meeste rangtelwoorden worden gevormd door het toevoegen van een achtervoegsel aan het grondtelwoord, meestal -th. Bijvoorbeeld: fourth (vierde). Echter, er zijn uitzonderingen zoals first (eerste), second (tweede), en third (derde).
  2. Gebruik van de rangtelwoorden in zinnen: Rangtelwoorden worden vaak gebruikt om volgorde of positie aan te geven. Bijvoorbeeld:
    • She finished second in the race. (Ze eindigde als tweede in de race.)
    • This is the first time I've visited London. (Dit is de eerste keer dat ik Londen bezoek.)
  3. Datum notatie: Bij het schrijven van data wordt het rangtelwoord vaak als afkorting achter het getal gebruikt, zoals 1st, 2nd, 3rd. Bijvoorbeeld:
    • July 4th (4 juli)
    • September 21st (21 september)
  4. Rangtelwoorden met breuken: Wanneer rangtelwoorden worden gecombineerd met breuken, volgt het rangtelwoord direct na het breuknummer. Bijvoorbeeld:
    • Three and a half hours (Drie en een half uur)
    • One and a quarter miles (Eén en een kwart mijl)
  5. Rangtelwoorden in titels: In titels of namen worden rangtelwoorden vaak met hoofdletters geschreven. Bijvoorbeeld: Henry the Eighth (Hendrik de Achtste).

Test je kennis

Vorm de zin door de juiste woorden in de juiste volgorde te kiezen.

Haar winkel is de derde naar links. - Vertaal deze zin naar het Engels.

Voorbeelden van gebruik Ordinal numbers

  • Her shop is the third to the left. - Haar winkel is de derde naar links.
  • This writer lived in the twentieth century. - Deze schrijver leefde in de twintigste eeuw.
  • August is the eighth month of the year. - Augustus is de achtste maand van het jaar.
  • My parents bought the second flat. - Mijn ouders hebben het tweede appartement gekocht.
  • John is my first love. - John is mijn eerste liefde.
  • Yesterday was the seventeenth of July. - Gisteren was het zeventien juli.
  • This is my first pet. - Dit is mijn eerste huisdier.
  • Tomorrow is the twenty-ninth of February! - Morgen is het negenentwintigste februari!
  • I go to the university on the sixth of September. - Ik ga naar de universiteit op zes september.
  • I cook this pizza for the tenth time. - Ik kook deze pizza voor de tiende keer.
  • She travels alone for the second time. - Ze reist voor de tweede keer alleen.
  • She took the thirty-sixth place. - Zij eindigde op de zesendertigste plaats.
  • He goes to the doctor for the third time. - Hij gaat voor de derde keer naar de dokter.
  • Do you see the second person to the left? - Zie je de tweede persoon aan de linkerkant?
  • It's our fifth year here. - Het is ons vijfde jaar hier.
  • Thursday is the fourth day of the week. - Donderdag is de vierde dag van de week.
  • This is the fiftieth floor. - Dit is de vijftigste verdieping.
  • Is this her seventh time in London? - Is dit haar zevende keer in Londen?
  • I give you the third chance. - Ik geef je de derde kans.
  • This is the thirty-third time you tell me this story. - Dit is de drieëndertigste keer dat je me dit verhaal vertelt.