gramaro.io

Infinitive and Gerund

Wat zijn de basisregels van infinitief en gerund

In het Engels worden werkwoorden vaak gebruikt in de vorm van een infinitief of een gerund. Het begrijpen van de basisregels voor het gebruik van deze vormen kan je helpen om vloeiender en correcter Engels te spreken en schrijven.

De infinitief is de basisvorm van het werkwoord. In het Engels herken je het vaak door het gebruik van to ervoor. Bijvoorbeeld:

  • To eat - eten
  • To sleep - slapen
  • To read - lezen

Infinitieven worden vaak gebruikt na bepaalde werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en in zinnen waarin een doel of intentie wordt uitgedrukt. Zie de volgende voorbeelden:

  • I want to leave. - Ik wil weggaan.
  • It is important to study. - Het is belangrijk te studeren.
  • She went to the store to buy milk. - Ze ging naar de winkel om melk te kopen.

Het gerund is de -ing vorm van een werkwoord en wordt gebruikt als een zelfstandig naamwoord. Dit betekent dat het kan functioneren als het onderwerp van een zin, of als een object. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Swimming is fun. - Zwemmen is leuk.
  • I enjoy reading. - Ik houd van lezen.
  • They talked about going to the cinema. - Ze spraken over naar de bioscoop gaan.

Hier is een eenvoudige tabel die laat zien wanneer je een infinitief of een gerund moet gebruiken:

Gebruik Infinitief Gerund
Na bepaalde werkwoorden zoals want to, seem to zoals enjoy, mind
Na voorzetsels zoals after eating, before going
Als onderwerp van de zin Smoking is bad - Roken is slecht.
In doelgerichte zinnen She went to the store to buy groceries - Ze ging naar de winkel om boodschappen te kopen.

Hoe worden infinitief en gerund gebruikt in zinnen

In het Engels spelen de infinitief en het gerund een belangrijke rol in de opbouw van zinnen. Ze kunnen functioneren als onderwerp, lijdend voorwerp of als aanvulling op een werkwoord. Hieronder bespreken we hun verschillende toepassingen.

Infinitief (hele werkwoord: to + werkwoord) wordt vaak gebruikt na bepaalde werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en zelfstandige naamwoorden.

  • Na werkwoorden zoals "decide," "want," "need."
    Example: I want to eat ice cream. - Ik wil ijs eten.
  • Na bijvoeglijke naamwoorden zoals "happy," "glad," "easy."
    Example: She is happy to help. - Ze is blij om te helpen.
  • Na zelfstandige naamwoorden zoals "opportunity," "ability."
    Example: He had the opportunity to travel. - Hij had de gelegenheid om te reizen.

Gerund (werkwoord + -ing) wordt gebruikt als het werkwoord zelf als zelfstandig naamwoord fungeert.

  • Als onderwerp van de zin.
    Example: Swimming is fun. - Zwemmen is leuk.
  • Na bepaalde werkwoorden zoals "enjoy," "mind," "suggest."
    Example: I enjoy reading books. - Ik geniet van het lezen van boeken.
  • Na voorzetsels.
    Example: She is good at cooking. - Zij is goed in koken.

In tegenstelling tot veel andere talen gebruikt het Engels de infinitief of het gerund vaak direct na het werkwoord, wat de zin een eigen ritme en structuur geeft.

De keuze tussen infinitief en gerund hangt vaak af van het hoofdwerkwoord in de zin, evenals van idiomatische gebruiken waar men zich bewust van moet zijn.

Welke werkwoorden vereisen een infinitief of gerund

In het Engels zijn er specifieke werkwoorden die typisch gevolgd worden door een infinitief (het hele werkwoord met 'to') of een gerund (het hele werkwoord met '-ing'). Het kennen van deze patronen kan het leren van de taal vergemakkelijken. Hieronder vindt u enkele van deze werkwoorden, samen met voorbeelden:

  • Werkwoorden gevolgd door een infinitief:
    • Decide - She decided to leave early. / Ze besloot vroeg te vertrekken.
    • Hope - We hope to visit Amsterdam. / We hopen Amsterdam te bezoeken.
    • Plan - They plan to start a new project. / Ze plannen een nieuw project te starten.
  • Werkwoorden gevolgd door een gerund:
    • Enjoy - I enjoy reading books. / Ik geniet van het lezen van boeken.
    • Consider - She considered moving to another city. / Ze overwoog te verhuizen naar een andere stad.
    • Avoid - They avoid meeting on weekends. / Ze vermijden af te spreken in het weekend.
  • Werkwoorden die beide kunnen volgen, afhankelijk van de betekenis:
    • Remember -
      1. I remembered to lock the door. / Ik herinnerde me de deur op slot te doen.
      2. I remember locking the door. / Ik herinner me dat ik de deur op slot deed.
    • Stop -
      1. He stopped to smoke. / Hij stopte om te roken.
      2. He stopped smoking. / Hij stopte met roken.

Wat zijn de uitzonderingen op het gebruik van infinitief en gerund

Een belangrijk aspect bij het leren van Engels is het correct toepassen van de infinitief en het gerundium. Er zijn echter uitzonderingen op de gebruikelijke regels. Hieronder volgt een overzicht van deze uitzonderingen.

  • Bepaalde werkwoorden die normaal gesproken gevolgd worden door een gerundium: Sommige Engelse werkwoorden worden vaak gevolgd door een gerundium en niet door een infinitief. Enkele voorbeelden zijn enjoy, mind, suggest, en avoid.

    • I enjoy reading. - Ik hou van lezen.
    • She suggested going to the museum. - Ze stelde voor om naar het museum te gaan.
    • Do you mind closing the window? - Vind je het erg om het raam te sluiten?
    • They avoid talking about politics. - Ze vermijden het praten over politiek.
  • Sommige werkwoorden kunnen zowel met infinitief als met gerundium worden gebruikt, maar met een betekenisverschil: Er zijn werkwoorden die zowel gevolgd kunnen worden door een infinitief als door een gerundium, maar de betekenis verandert afhankelijk van welk gebruikt wordt. Belangrijke voorbeelden zijn stop, remember, en forget.

    • She stopped smoking. - Ze stopte met roken. (Gerundium, de actie van roken werd gestopt)
    • She stopped to smoke. - Ze stopte om te roken. (Infinitief, ze onderbrak iets anders om te gaan roken)
    • Remember to lock the door. - Vergeet niet de deur op slot te doen. (Infinitief, niet vergeten om iets te doen)
    • He remembers locking the door. - Hij herinnert zich dat hij de deur op slot deed. (Gerundium, herinnering van een voltooide actie)
    • Don't forget to call her. - Vergeet niet haar te bellen. (Infinitief, herinnering om iets te doen)
    • I will never forget visiting Paris. - Ik zal nooit vergeten dat ik Parijs bezocht heb. (Gerundium, herinnering van een ervaring)
  • Uitzonderlijke werkwoorden: Voor sommige werkwoorden zijn er uitzonderingen op de verwachte patronen. Het werkwoord help bijvoorbeeld kan zowel met een infinitief met of zonder "to" worden gebruikt.

    • I helped him (to) clean the garage. - Ik hielp hem de garage schoonmaken.
    • Can you help me (to) understand this? - Kun je me helpen dit te begrijpen?

Dit overzicht biedt een inzicht in enkele complexe aspecten van de Engelse grammatica die verder gaan dan de basisregels voor het gebruik van de infinitief en het gerundium.

Hoe beïnvloedt context de keuze tussen infinitief en gerund

Bij het leren van Engels is het belangrijk om te begrijpen hoe de betekenis en context van een zin kunnen bepalen of een infinitief (onbepaalde wijs) of een gerund (het tegenwoordig deelwoord) gebruikt moet worden. Door het gebruik van een infinitief of een gerund, kunnen nuances in betekenis ontstaan die de keuze substantieel beïnvloeden.

Hier zijn enkele richtlijnen die helpen bepalen welke vorm te kiezen:

  • Na bepaalde werkwoorden: Sommige werkwoorden vereisen een infinitief terwijl andere een gerund vereisen. Bijvoorbeeld:

    • He decided to leave. - Hij besloot te vertrekken.
    • They enjoy swimming. - Ze genieten van zwemmen.
  • Betekenisverandering: Sommige werkwoorden kunnen gevolgd worden door zowel een infinitief als een gerund, maar de betekenis van de zin verandert:

    • Remember to lock the door. - Vergeet niet de deur op slot te doen. (Herinnering aan een taak)
    • He remembers locking the door. - Hij herinnert zich de deur op slot te hebben gedaan. (Herinnering aan een actie in het verleden)
  • Na voorzetsels: Na een voorzetsel wordt meestal een gerund gebruikt:

    • She is good at drawing. - Ze is goed in tekenen.
  • Doel vs. reden: Een infinitief kan een doel of intentie aangeven, terwijl een gerund vaker gebruikt wordt om een reden te beschrijven:

    • She went to the store to buy milk. - Ze ging naar de winkel om melk te kopen. (Doel)
    • He is famous for singing beautifully. - Hij is beroemd vanwege zijn mooie zang. (Reden)

Deze richtlijnen helpen om de juiste keuze te maken, maar de context en betekenis van de zin blijven altijd doorslaggevend bij het kiezen voor een infinitief of een gerund.

Test je kennis

Vorm de zin door de juiste woorden in de juiste volgorde te kiezen.

Ik bedoelde niet om je bang te maken. - Vertaal deze zin naar het Engels.

Voorbeelden van gebruik Infinitive and Gerund

  • I didn't mean to scare you. - Ik bedoelde niet om je bang te maken.
  • I began walking to my car. - Ik begon naar mijn auto te lopen.
  • I wanted to quit my job. - Ik wilde mijn baan opzeggen.
  • He carried on chewing. - Hij ging door met kauwen.
  • Forgive me for interrupting. - Vergeef me voor het onderbreken.
  • Thank you for asking! - Dank je voor het vragen!
  • I'd like to impress her. - Ik zou haar graag willen imponeren.
  • I'll try to do it. - Ik zal proberen het te doen.
  • He had no interest in working. - Hij had geen interesse in werken.
  • I went to see my doctor. - Ik ging mijn dokter op te zoeken.
  • It was useless to call a doctor. - Het was zinloos om een dokter te bellen.
  • They're hard to describe. - Ze zijn moeilijk te beschrijven.
  • Ann swallowed before answering. - Ann slikte voordat ze antwoordde.
  • Stop asking him. - Stop met hem te vragen.
  • She wanted to find her child. - Ze wilde haar kind vinden.
  • There was no place to hide. - Er was geen plek om te verstoppen.
  • I was only trying to help. - Ik was alleen maar aan het proberen te helpen.
  • She paused before answering. - Ze pauzeerde voordat ze antwoord gaf.
  • It was hard to see a lot. - Het was moeilijk om veel te zien.
  • She wept all day after reading it. - Ze huilde de hele dag na het lezen ervan.